Veel gestelde vragen over jacht en dieren in het wild
De hier gegeven antwoorden zijn zeker niet de enig mogelijke reactie op algemeen gestelde vragen. Ze zijn bedoeld als suggestie en bron van inspiratie om eigen antwoorden te formuleren. We raden aan om ze niet uit het hoofd te leren en te herhalen, maar ze liever te verwerken in uw eigen reactie.
“Zonder de jacht zou er een overpopulatie zijn van herten en andere dieren; ze zouden dus van honger omkomen.”
Verhongeren en ziektes zijn betreurenswaardig, maar het is de natuurlijke manier om te zorgen dat de sterksten overleven. Natuurlijke vijanden houden diersoorten sterk door alleen de zieke en zwakke dieren als prooi te nemen. Maar jagers doden ieder dier dat op hun pad komt of waarvan het hoofd mooi staat boven de open haard, terwijl er meestal juist grote en gezonde dieren nodig zijn om de populatie sterk te houden. Jagen schept de ideale omstandigheden voor overpopulatie. Na het jachtseizoen leidt de abrupte afname van het aantal dieren tot minder competitie onder de overlevenden en resulteert in een hoger geboortecijfer. Als we echt bezorgd waren om dieren niet van de honger te laten omkomen, zouden we ze niet bejagen maar maatregelen nemen om de vruchtbaarheid te verminderen. We zouden ook wolven, bergleeuwen, coyotes en andere roofdieren in stand houden. Ironisch genoeg worden veel hertenkuddes en fazantenpopulaties waarop jagers kunnen schieten juist gemanipuleerd om meer nakomelingen te krijgen.
“Jachtakten zijn een belangrijke inkomstenbron voor het beheer en behoud van de natuur.”
Dat is niet waar. Het relatief geringe bedrag dat een jager voor een akte betaalt, wordt door de overheid niet gebruikt voor de kosten van boswachters en terreinbeheerders, maar gaat naar de algemene middelen. De inkomsten van akten zouden bij lange na niet genoeg zijn om de kosten te dekken.
“Is jagen okay als ik maar eet wat ik doodmaak?”
Nee. Wat je ermee doet nadat je een dier hebt doodgemaakt, heeft het lijden van het dier er niet minder op gemaakt. Bovendien schaden jagers ook andere dieren dan die ze doden en mee naar huis nemen. Degenen die niet direct dood zijn, lijden door verminkingen. Daar komt bij dat de stress die jagen bij dieren veroorzaakt – het geluid, de angst en het voortdurend opgejaagd worden – hen ernstig beperkt om voldoende te eten en dat als vet op te slaan om de winter te kunnen overleven. Jagen verstoort ook de vogeltrek en de winterslaap. Bij dieren die voor het leven een koppel vormen en nauwe familiebanden hebben, kan de jacht hele groepen ernstig schaden.
“Wat als mensen de jacht nodig hebben om te overleven?”
We hebben niets tegen de jacht en visserij voor eigen gebruik als dat echt noodzakelijk is om in leven te blijven. Maar in de huidige tijd zijn vlees, bont en leer voor het overgrote deel van de mensheid niet noodzakelijk om te overleven. Helaas hebben veel “sport”jagers zich wat inheemse gebruiken eigen gemaakt en er een draai aan gegeven om het doden van dieren voor plezier of winst te rechtvaardigen.